- Neem het wat lichter, lieve kind. Hij neemt zijn woorden ook zoo nauw niet.’
- Ik had het voorrecht u het eerst te ontmoeten. Aan mij de eerste dans, jonkvrouw Roswitha, zoo u dat wèl is’.
Ehrenfried stond vóór haar, zijn gulrond gezicht vol verwachting.
- Ik had mij verheugd op dien eersten dans, die er eigenlijk twee zijn: een wandeling en een ronddans. Nu hij mij ontgaat, verzoek ik om den tweeden en den derden dans,’ en ridder Nikolaas trad Ehrenfried op zijde.
Roswitha had hare onbevangenheid herwonnen en zij was slagvaardig.
Op hoeveel dansen wordt er gewoonlijk gerekend?’ vroeg zij
- Op een twaalftal.’
- Ik zou het genoegen missen met velen kennis te maken als ik paarsgewijze mijne dansen uitdeelde. Bovendien wil ik ook bij eenige toezien om beter de kunst te leeren.... Ik zal op u rekenen voor den tweeden dans, ridder Nikolaas.’
- Zij is wel zeker dat zij gelei-jonkers in overvloed zal hebben,’ merkte Hedwig aan tegen haar buurman. ‘Neen, mooi is zij niet,’ vervolgde zij tot eenige van hare vriendinnen die Roswitha's uiterlijk aan een scherp onderzoek onderwierpen, maar zij heeft iets bizonders; iets anders dan anderen.’
- En zij is goed gekleed. Dat rose past uitnemend bij haar donkere tint en donkere haren,’ viel een jonkman in.
- Ik dacht dat gij de voorkeur aan blonde schoonheden gaaft, Jonker Gondalf.’
- Ik huldig schoonheid waar ik die zie,’ antwoordde de jonker, liet zich voorstellen en vroeg Roswitha om een dans.
- Zij is heelemaal niet verlegen.... Daar zijt gij slecht afgekomen, jonker Nikolaas,’ wendde Hedwig zich tot dezen.
- Wilt gij mij den geweigerden dans vergoeden, jonkvrouw Hohenberg?’ en hij bood haar zijn arm.
De pijpers bliezen, de vedelaars vedelden, de hoornblazers