Gelijk
Je hebt mensen die van bepaalde dingen precies weten hoe ze moeten en die bij de
opmars naar hun doel ogenschijnlijk nimmer worden gehinderd of zelfs maar
achtervolgd door enigerlei twijfel. Ik weet nooit precies of ik zulke mensen
bewonder, benijd, beklaag of verafschuw, en probeer het daarom meestal maar alle
vier tegelijk, zodat het doorgaans een troebele troep in mijn ziel is, en
menigeen me dikwijls verwijtend zegt dat hij niet weet wat hij aan me heeft.
Alsof ik dat zou weten.
Zulke mensen van Dennendal bijvoorbeeld, of van De Vluchthaven, of van nog tien
van die hoeves waar het de laatste tijd steeds hommeles is, zodat ik me de dagen
nauwelijks meer kan heugen dat ingezonden brieven in de krant nog gewoon gewijd
waren aan het toenemende aantal hondedrollen op het trottoir, in plaats van aan
de gepolariseerde zorg voor bejaarden, zieken, minder-begaafden en andere
misdeelde medemensen die vroeger bijna altijd lagen en nu voortdurend worden
‘opgevangen’ alsof ze regelrecht door god uit de hemel zijn gegooid, wat volgens
ds Glashouwer waarschijnlijk ook zo is.
Ik meen het serieus. Laatst zag ik weer zo'n ‘groepsleider’ in een
actualiteitenrubriek - een tamelijk jonge jongen nog, in conflict met
waarschijnlijk weer een bestuur (wie zou dat toch ooit hebben
uitgevonden?), en met de door roeien en ruiten gaande blik van iemand die weet
dat hij nog door tien muren zal heendreunen en dan (op z'n veertigste, z'n
zestigste, z'n sterfbed?) bereikt zal hebben wat hem reeds in de tweede klas van
de agogenacademie voor ogen stond. Mijn god, wat zou ik niet
graag willen dat zo'n jongen m'n vader, m'n broer of zelfs maar het aangetrouwde
neefje van mijn schoonzuster was - maar aan de andere kant heb ik laf en
gemakkelijk praten, want als er bij mij voor de deur twee stratenmakers
verschijnen ben ik al geneigd te gaan verhuizen, uit angst dat ze misschien wel
een barricade opwerpen. Is er ooit in de wereld op het gebied van, ik noem maar
een paar dingen: de slavernij, de kinderarbeid, de opheffing van het zegel, de
ontvoogding van de derde wereld en de uitvinding van de ritssluiting - iets
verworven, tenzij met de hulp van mensen die het verdomden