gaat, voel ik me een stuk beter.
Maar hoop?
Op het eerste gezicht lijken de ergste mandarijnen uit de Biesheuvel-epoche
inderdaad vervangen door iets draaglijker types, voorlopig zal ik me bij het
zien van Den Uyl wel kunnen redden met de oude truc om even sterk terug te
denken aan De Quay, Marijnen, De Jong en Zijlstra.
Daarna weet ik het nog niet.
Zal ik ooit wennen aan Marcel van Dam?
Het is raar hoor, om in een stapel oude kranten te bladeren en zo'n man dagenlang
van de ene onderpost naar de andere geschoven te zien worden, zonder ooit de
headline tegen te komen waar je dan toch eigenlijk op zit te wachten: ‘Van Dam
zegt: sterf maar met je kabinet’.
Waar ik nooit ben uitgekomen, en vermoedelijk ook nooit uit zàl komen, is deze
vraag: bewijst Van Dam met zijn lijdzaamheid nou dat hij een schaamteloze
carrièrejager is, of moeten we er juist een teken van zijn grote politieke
kwaliteiten in erkennen?
Ik blijf koppig tot het eerste neigen.
Als het ooit het grote ideaal van Gruijters is geweest om de burger (dus mij)
minder argwanend tegenover de politiek te maken, en hij slaagt er via een
verkiezingsnederlaag ook nog in minister te worden - hoe kan hij dan meteen maar
genoegen nemen met iemand die op de televisie altijd gedaan heeft alsof hij
Sinterklaas was, maar nu in feite de Zwarte Piet blijkt?
Daarom zie ik die hoop van Piet Grijs niet zo scherp.
‘Den Uyl’, schrijft hij, ‘heeft maar één taak: ervoor zorgen dat een miljoen
Nederlanders bij de volgende verkiezingen anders stemt, en er een linkse
meerderheid komt. Pas dan mogen van mij alle nog linksere elementen, die
natuurlijk groot gelijk hebben, hun mond opendoen en het Den Uyl zuur maken.’
Tot die tijd moeten ze, met andere woorden, hun bek houden - zoals, zal ik maar
zeggen, in Rusland of in Spanje schrijvers, journalisten en intellectuelen hun
bek moeten houden zolang het land nog niet helemaal rijp is voor het ware
socialisme of de ware democratie.
Ik heb veel over voor de ideale samenleving, en ik wil er zelfs een tijdje mijn
bek voor houden. Maar hoe lang precies? En tot wat