Wie is van Hout, zoals Jan z'n boek heet, is volgens mij zo'n succes omdat het op
psychisch gebied de functie vervult die we in de sector knutselen zien innemen
door de doe-het-zelf-folder. Welke enigszins uit de kluiten gewassen Nederlander
bestelt tegenwoordig nog een behanger of een loodgieter als hij elke ochtend een
gratis drukwerk in z'n trap vindt waarin wordt uitgelegd hoe je de lijm opbrengt
of de hoofdkraan afsluit? Dat is een ontwikkeling in het kader van de
voortschrijdende democratisering (weg met de metselaar met z'n typisch
autoritaire witte jas), en in dat licht zie ik ook de betekenis van Foudraines
werk.
Als hij uitlegt dat één van z'n patiënten het woordje helpen interpreteert als
hel-pen: ‘iemand in de hel vastpennen’ - dan heb ik op dezelfde manier iets
opgestoken van de psychiatersmethodiek als wanneer ik mijn kamer mooi heb
geverfd omdat ik eerst kennis heb genomen van Flexa's Tamponneer Tips voor de
Vrije Tijds Schilder. Als ik dan iemand in mijn kennissenkring tegenkom die, ik
noem maar eens wat, bang is voor piepen, dan zal ik meteen snappen dat die man
vroeger op school, slecht was in meetkunde (pi) en
vermoedelijk een paar bittere ervaringen heeft opgedaan in het Limburgse dorpje
Epen. Die man, zal ik dan snel kunnen vaststellen, is
helemaal niet bang voor piepen, hij is bang voor pi-epen, en daar kunnen we dan
samen mee verder. Ik durf niet te voorspellen dat ik de patiënt op die manier
over z'n angst heenhel-p, maar daar staat tegenover dat ook Jan wel van alles en
nog wat over zijn patiënten vertelt, maar zelden of nooit hoe het met ze afliep.
Dat brengt me trouwens op een tweede en veel algemener nut van het werk van
Foudraine (vgl. fr. fou = gek, en drainer =
ontwateren), te weten zijn vurig pleidooi om patiënten van een psychiatrische
kliniek geen patiënten te noemen, maar leerlingen, en de inrichting ook geen
ziekenhuis, maar een levensschool. De gedachte is, sinds Orwells dubbeldunk,
niet nieuw (noem werklozen arbeidsreserve en de crisis komt nooit meer terug),
maar heeft intussen aan bruikbaarheid op alle terreinen van menselijk samenleven
natuurlijk niets ingeboet. Ze verdient naar mijn mening de allerruimste
verbreiding, en ik twijfel er ook niet aan of die zal komen - juist in de sector
van de z.g. menswetenschappen waar op een bestsellertje meer of minder niet
gekeken wordt.