onder
andere om iets te leren wat je nog niet wist en liefst ter aantasting van de
grondslagen onzer samenleving, want die Amsterdamse anti-revolutionair wist al
in 1935 verdomd goed waar het om draaide. Als nu die acteurs een paar van die
spijkerbommen hebben gemaakt, blijken ze er nog twee dozen vol van achter de
hand te hebben, en vóór de toeschouwers het goed en wel beseffen, vliegen hun de
geprefabriceerde projectielen om de oren. Voortreffelijk! De
functie van het theater in deze tijd is bovenal het slechten van de barrière
tussen schijn en werkelijkheid: sprookjes zijn goed om de bleke burgers
(Biesheuvel, Drees, Geertsema) te amuseren, maar toneel moet een exponent zijn
in de strijd om een rechtvaardiger samenleving.
Ja, ja.
Maar tot nu toe zijn er gedurende de voorstelling van het actuele
getuigenis uit Noord-Ierland geen doden gevallen in de schouwburg.
Sommige bezoekers schijnen de spijkerbommen behendig te ontwijken, andere werpen
ze giechelend naar het toneel terug, alle betoonden hun dank voor het gebodene
met een hartelijk en langdurig applaus terwijl de executanten onder bloemen
werden bedolven. Het punt is namelijk dat die bommen niet echt zijn. Er zitten
misschien wel een paar spijkertjes in, maar geen kruit, en geen lont, laat staan
dat die zou zijn aangestoken.
Een gemiste kans dus, en wel in alle opzichten. In de eerste plaats omdat het
avontuur hier een functie van de kunst had kúnnen zijn (‘mijn vader behoorde tot
de 18 overlevenden van dat beroemde toneelstuk over Ierland’). In de tweede
plaats omdat op deze manier de voorpagina nóóit gehaald zal worden - en stel je
eens voor: ‘Theater noteert duizendste gewonde’. En in de derde plaats omdat op
deze goedkope manier (een pak ouwe kranten en misschien één ons kopspijkertjes)
nooit een vuist gemaakt kan worden tegen de CRM-begroting, wat met echte bommen
(en al die WA-polissen) wèl mogelijk zou zijn geweest.
Propjes gooien in de klas - dat lijkt me nou precies wat Biesheuvel, Drees en
Geertsema door de beugel vinden kunnen.