‘Ik had niet gedacht, dat er zooveel gekken op de wereld bestaan’, bromt inspecteur Grant, maar de beambte neemt er geen notitie van.
Integendeel.
Hij staat op het punt, het gesprek vriendelijk te vervolgen, als plotseling het geloei van een sirene weerklinkt.
Driemaal.
Dat beteekent:
Europa.
Tegelijkertijd wijst de beambte naar een kleine, glinsterende punt aan den oostelijken hemel.
Het vliegtuig.
Een luidspreker buldert over het terrein:
‘Hallo, hallo!... Singapore, Calcutta, Karachi, Bagdad, Amsterdam - op startbaan 4...!’
Grant wordt bleek. Nu wordt het meenens!
Het kleine, glinsterende puntje aan den oostelijken hemel is nu een scherpe zilveren silhouet geworden.
Maar een silhouet, die steeds grooter wordt, met een geweldige snelheid nadert. Een daverend geronk weerklinkt, gaat in een orkaan over en eindigt in een reeks oorverdoovende explosies.
De machtige Douglas passeert met een snelheid van driehonderd kilometer per uur het vliegveld en keert nu in een eleganten boog terug.
‘Dat kan een mooie boel worden’, mompelt Grant wiens ooren nog suisen, en hij wil niet eens kijken, als de reusachtige vogel geruischloos naar beneden glijdt en op startbaan 4 stopt.
Voordat de inspecteur weet, wat er met hem gebeurt, heeft zijn vriendelijke mentor zijn koffertje