Het lieve boek(1854)–A.C. Bloemendal– Auteursrechtvrijwaarin men vindt beschreven, en afgebeeld naar 't leven, met fraai gekleurde plaatjes, al wat de kleine maatjes, kan leeren en vermaken, met honderd andre zaken Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] 5 De namiddag. 2. spelen. Heisa! hier gaat het eerst regt naar mijn zin! 'k Wou in de pret van die kleinen wel deelen. Is er ook ergens een makker te min? Laat ons eens kijken wat of zij al spelen: Knikkren - ja, dat kan ik wel, Haasjen-over mag 'k wel lijden; 'k Houd ook veel van 't vliegerspel, Meer nog dan van stokpaard-rijden. Schuilevinkje speelt dat paar, Bellenblazen doen twee andren, Paardjespelen met elkandren Doen drie lieve knaapjes daar. 't Vlugge meisje springt in 't touwtje, En een kleine lagchebek Speelt voor moeder en voor vrouwtje In haar aardig popvertrek; Allen zijn zij wel te vrede: 'k Deê wel graag met allen mede. Onthoud het wel: Eerst als het leeren is gedaan, Mijn Kind, moogt ge aan het spelen gaan. [pagina 15] [p. 15] Vorige Volgende