Het lieve boek(1854)–A.C. Bloemendal– Auteursrechtvrijwaarin men vindt beschreven, en afgebeeld naar 't leven, met fraai gekleurde plaatjes, al wat de kleine maatjes, kan leeren en vermaken, met honderd andre zaken Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] 4 De namiddag. 1. wandelen. Wat zingt daarboven op dien tak? Wat maakt omlaag dat vreemd gekwak? Wat is er op die bloem gezeten? Wat zit daar van de kool te vreten? O 'k weet het alles op een prik: Het vogeltje zingt, want het is in zijn schik; Het kikkertje kwakt in den plas, En 't sprinkhaantje huppelt door 't gras; Het haasje snoept stil van de lekkere kool, 't Kapelletje dartelt om roos en viool. En wat of onze kindren doen? Het meisje bukt ter neêr in 't groen? En plukt zich mooije bloempjes af, Terwijl de knaap in vollen draf Een vlinder nazit met zijn net...... Wel wel, wat heeft dat paar een pret! Eene vraag. Wie heeft toch al dat schoon, die pracht, En u ook, Kindren, voortgebracht? Hebt gij daaraan wel ooit gedacht? [pagina 13] [p. 13] Vorige Volgende