dueel is, maar omdat hij zoo individueel schrijft. Het gegeven van de kunst is ten slotte hetzelfde (in het algemeen genomen), maar de een maakt er niets van, de andere weinig, nog een andere veel en de groote iets onpeilbaars. De eenige chansonnier (om dit woord dan maar weer te gebruiken), die voor zoover ik weet op geen ander lijkt, is Speenhoff. Alle anderen, in alle andere landen, waren pseudo-Montmartrenaars, hij heeft een volslagen oorspronkelijk lied gemaakt en alleen gemaakt.
Zijn opkomst valt samen met de opkomst van de democratie in haar laatste consequenties. Die geestesrichting had natuurlijk ook haar barden, waarvan de beroemdste bij ons Adama van Scheltema was. Destijds leek dat nog wat. Maar men moet nu eens die verschrikkelijke burgermansversjes voor brave revolutionnairen lezen om de grootheid te begrijpen van den volkomen theorieloozen Speenhoff.
Deze zong niet over bloedelooze schimmen en imaginaire barricades, met in hun eene hand een roode vlag en in hun andere een onbegrepen brochure, uit het Duitsch in germanismen vertaald. Hij schreef zijn liederen over die en die, menschen die we, vooral als we in Rotterdam woonden, elken dag konden tegenkomen (want Speenhoff was en is altijd een Rotterdammer gebleven, al is hij er niet geboren - maar er zijn er nog altijd enkelen, zooals de schrijver van dit stukje, die deze gelukkig weinig gewaardeerde stad de heerlijkste van Nederland vinden). Hij schreef - en dit is de reden, dat de jongeren van nu hem niet meer in zijn grootheid kunnen begrijpen, maar wat ons des te meer aan hem binden zal, wanneer zij een echo van de verdwenen gelukkige wereld van voor den oorlog (den vorigen) willen opvangen - over dien onbegrijpelijk-zaligen tijd, toen de jeugd nog vermaak schepte in een roeibootje ‘op de plas bij vrouw Romein’, toen de Zandstraat nog niet was gesloopt, toen dat aanbiddelijkste aller vrouwelijkste uitrustingstukken, de baaien rok, nog werd gedragen.
Waarin nu precies de poëtische voortreffelijkheid van Speenhoff bestaat is ten slotte niet, en zeker niet met enkele woorden,