De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd61Almeloo 9 Juni 1917
B.A. Ons IJsel-album is vol. Hierbij de plaatjes en bons, die we over hebben: ik vermoed, dat jij ze nog wel zult kunnen gebruiken, en 't ontheft jelui meteen van de verplichting om je een diarrhee te eten aan die beroerde Verkade-koek.Ga naar voetnoot235 Verder heb ik geen nieuws. Ik zit nog steeds tot over mijn ooren in de misère. Schulden, arbeidsbeurs etc.. Heb je mijn eerste boekbespreking in het Pinksternummer v/d oude Groene gelezen? Niet, dat die overigens iets om 't lijf heeft. Ik zal er weer eens op gaan aandringen, dat de tweede, over Gossaert en jou, gauw verschijnt - in de Nieuwe Groene van de volgende week komt een anti-democratisch stukje van me; met een tegenonderschrift van Wiessing.Ga naar voetnoot236 | |
[pagina 124]
| |
Hoe maken jelui het? Ik hoop goed. Het prachtige weer zal jelui wel veel goed doen. Ik heb de vorige week allergezelligst bij Arthur [van Schendel] gelogeerd. Triebels was er ook.Ga naar voetnoot237 Nu adieu, o drei Getreuen. (Doet deze betiteling in het barbaarsche idioom jelui niet heerlijk aan). 't Beste met jelui en geloof mij
als steeds geheel je Jacques |
|