De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd60[AMSTERDAM,] 2 Juni [191]7
Beste Aart. Ik ben je nog steeds een antwoordje verschuldigd op je brief. Het doet me genoegen, dat de kritiek van Netscher jou evenzeer geämuseerd heeft als mij. Enfin, 't is in elk geval waardeerend, hoe dwaselijk overigens.Ga naar voetnoot230 Eergisteren sprak ik v. Schendel, en at met hem en Jany Holst, die er toevallig ook was, en mijn vriend Tielens.Ga naar voetnoot231 Vandaag ga ik bij hem logeeren. Hij gaat n.l. in den loop v/d volgende week naar Domburg, dan zou het dus niet meer kunnen. Ik ga steeds zwaar van vrijheidsplannen. Schrijverij even wel, daarin moet ik je gelijk geven, is een nog erger slavernij dan de Arbeidsbeurs. Maar literatuurles geven, dat is zoo gek nog niet. Ik zou dan ook een nationalistisch tijdschrift uitgeven: militairisitisch, anti-democratisch en toch sociaal. Ik heb al ettelijke menschen, die zich zullen abonneeren, financieel is er dus niet de minste moeite aan; alleen: als ik niet vrij ben heb ik geen tijd; want ik ken mijn indolentie wel zoo goed, dat ik weet, dat ik, als ik tot 4 uur op kantoor zit, er niet meer toe kom. - 't Zou - hoe veel minder ook - iets moeten worden als de cahiers van Péguy, afleveringen van 2 à 3 vel. 10 op een jaar (2 maanden vacantie). En dan iedere aflevering door één persoon geschreven, met hoogstens een paar pagina's aantekeningen en opmerkingen van mij.Ga naar voetnoot232 Wat zou het toch heerlijk zijn, als ik eens wat energieker was. Maar nu zou ik het ook nog wel voorbrengen, [sic] maar alleen als ik verder vrij was. Mijn betrekking blijft mijn cauchemar. Maar ik heb de innige overtuiging, dat ik er niet lang meer zal zitten. (Misschien ook: dat dit in de minder gewenschte vorm van den dood gebeurt). Maar ik zou 't hier op den duur heusch niet kunnen uithouden. Geschreven heb ik vrijwel niets meer. | |
[pagina 123]
| |
't Is hier overigens niet ongezellig in A'dam. 's Avonds zit ik altijd in Américain, wat half vol met artiesten, en vooral halve, kwart en nog mindere fracties van artiesten zit, alsook acteurs. Heel dikwijls zit ik er met Jaap Batavier, dien je kent, en Jan Musch, een buitengewoon aardige, eenvoudige en nobele kerel.Ga naar voetnoot233 Er is langzamerhand niemand van de kunsthutspot hier dien ik niet ken, tot Rensburg toe.Ga naar voetnoot234 Maar nu verlang ik weer naar buiten, naar de volkomen eenzaamheid. En als ik daar was, zou ik weer naar de stad verlangen. Zoo is het leven, of liever gezegd: zoo ben ik; dat is nog niet precies hetzelfde - het ware wel wat erg verwaand dit niet te erkennen. Waarheen zal dit jaar je zomertocht leiden, o souteneur der snol natuur? Als je eens wandelingen gingt maken in den omtrek van A'dam. Tot 1 September ben ik zeker nog hier. Dat zou ik geweldig gezellig vinden. Of heb je al andere plannen? Hoe gaat het met Toos, met Joh, en met jezelf? Ik zal nu voorlopig wel niet in Voorburg komen, althans zeker niet deze maand, want ik heb nog meerdere invitaties, en wil toch om de andere week minstens naar huis. Nu adieu, mijn beste. Hartelijke groeten aan jelui beminde drieëenheid en geloof mij
als steeds je vriend Jacques |
|