De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw

55

Almeloo

13 Jan. '17

Beste Aart.

Wel wat speet me dat, een briefje van je te ontvangen, op het ziekbed geschreven! Ik hoop, dat het maar gauw over zal zijn. Ik heb nog nooit een stel menschen gezien als Toos en jij, die eeuwig en altijd sukkelen, en wier bijzijn mij nog meer versterkt met geestelijke gezondheid! Hetgeen wel heel erg voor jelui prouveert. Niettemin is de lichamelijke gezondheid ook altijd wat, en zelfs heel wat. Moge deze spoedig jelui beider deel zijn! Het briefje deed me weer innig genoegen. Ja, ik merkte het al toen ik het schreef - een gevoel wat ik bijna nooit heb - dat het een goed vers werd. Als het een gevolg van de beproeving is, dan is 't een heilzame artsenij. Maar zelfs de meest heilzame kan ontaarden in een vergif, wanneer het te overdadig en te langdurig wordt toegediend. Ik hoop dat dit met mij niet het geval zal zijn, maar zie, de eerste jaren althans, nog geen uitweg.

Ik heb nu kamers gehuurd te Amsterdam: Prinsengracht, 800. De menschen leken mij bizonder geschikt, de slaapkamer ook, de zitkamer zou dit ook zijn, ware het niet, dat er geen stookplaats is, zoodat ik het met een petroleumkachel moet doen, hetgeen ik een vreeselijk inconvenient vind, niet omdat ik het er niet warm mee kan krijgen (je weet, dat ik niets van kachelwarmte houd) maar omdat ik het zoo'n benauwde warmte vind, en ongezond ook. Maar ik zal er wel niet veel zitten, en hoop met Juni met mijn vriend Tielens te gaan samenwonen.²¹³ Nog meer hoop ik, dan niet meer in A'dam te zijn, hoewel de stad mij natuurlijk wel bevalt. Wie weet, ik hoop maar [...] op een goeden genius, (doch dusver zonder succes). Maar mijn bundel krijg je zeker dit jaar. Ik sprak v. Dishoeck een paar dagen geleden in een café en sprak het toen even definitief met hem af. - Ik heb nog één vers afgemaakt, dat ik met 5 andere, die je kent, naar de Gids stuur, omdat ik het geld zoo heel goed kan gebruiken.²¹⁴

213 Mr. J.F.I.M. Tielens (1888-1964) was een studiegenoot en -vriend van Bloem; in 1913 maakten zij samen een reis naar Engeland.

214 Het afgemaakte vers was October; 5 andere moet een vergissing zijn, het waren er maar vier. De Beweging placht geen honorarium voor bijdragen te verschaffen, in tegenstelling tot de meeste andere litteraire bladen.

[p. 115]

Jan Greshoff met één van zijn kinderen

[p. 116]

Nu nog iets over mijn komst in Voorburg, waar ik mij erg op verheug. 14 Febr. trouwt Jan Greshoff. 11 Febr. heeft hij receptie, waar ik heen ga.²¹⁵ Met het oog op de reiskosten zou ik dan graag Zaterdag den 10den bij jelui komen en, als 't eenigszins kan, bij je logeeren, ook al om de bekende reden. Ik ga dan naar de receptie, en 's avonds naar A'dam terug. - Je hebt dus nog ruim tijd om je te bedenken of het schikt. - Van ganscher harte hoop ik jelui allen welvarend aan te treffen.

En nu adieu, beste Aart. Beterschap voor jelui beiden, en hartelijke groeten, ook aan Toos en Joh, van

je vriend

Jacques

215 Op 14 februari 1917 trouwde Greshoff met Aty Brunt.