De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd49Utr. 19 Oct. '16
Beste Aart. Hartelijk dank voor den langen brief, dien ik gisteren van je ontving, en dien ik met zeer veel vreugde las. Jij bent de eenige tegenstander, met wien ik kan praten, en eerbiediging van jou standpunt behoeft er bij mij ook niet te komen - die is er al lang. Trouwens: je gaat veel te ver, als je denkt dat ik op zich zelf zoo gepassioneerd ben voor de (Latijnsche) Fransche geest. De quaestie is veel eenvoudiger: ik houd van het Fransche volk en walg van het Duitsche. Maar tegenover beider geestesproducten sta ik veel onpartijdiger. Het brochuretje van Lasserre zal ik je sturen zoodra ik weer in Almeloo ben.Ga naar voetnoot201 Ik ben nu n.l. in Utr. om te promoveeren. 't Zal begin Nov. hoop ik plaats hebben. 't Is wel onbelangrijk, maar ik wou toch dat ik er van af was. Dat je zoo op 't eerste gezicht niet veel voor Péguy voelt, kan ik me best begrijpen. Zoo is 't mij een paar jaar geleden, toen ik voor 't eerst een paar verzen van hem las, ook gegaan. P. is een van die schrijvers, die je in zijn geheel moet lezen. Maar hij was de grootste van allen. Ik hoop na mijn promotie spoedig eens bij jelui te komen en jullie allen tot adepten van hem te maken.Ga naar voetnoot202 Ik dank je al bij voorbaat voor je Holl. exemplaar van Herscheppingen, waarop ik mij mateloos verheug. Ik heb juist aan de Groene geschreven of ik die bundel erin mocht bespreken. Ik beloof, dat ik flink de loftrompet zal steken.Ga naar voetnoot203 Mijn bundel komt pas 't volgend jaar, ik kan er temidden van deze algeheele verstrooidheid niets aan doen. Ik heb een vaste betrekking werkelijk broodnoodig - zoowel om financiëele redenen, als om eindelijk eens tot een geregeld leven gedwongen te worden. | |
[pagina 108]
| |
Met je kritiek op het laatste Beweging-nummer ga ik geheel accoord. Alleen vond ik één vers van M. Dietvoorst (ook ik vermoedde, dat dit v. Doorn zou zijn) niet slecht: dat op het station. Wat jij en Verwey in die Staccato's hebt gezien is mij een raadsel. Ik vind ze nog leelijker dan Giza Ritschl, en van een hemeltergende banaliteit van gedachte, echt iets voor de N.A.O.R. Maar bovenal: ik vind ze zoo verschrikkelijk leelijk - werkelijk niets meer op poëzie gelijkend. - Meesterlijk vind ik die vertalingen, die Verwey van Poe heeft gemaakt. Ik heb nog nooit zoo'n geniale vertaling van V. gelezen. Daar is werkelijk niets op te zeggen.Ga naar voetnoot204 En nu adieu, geliefde 3. Ik groet u allen recht hartelijk en verblijve
uw verkleefde Jacques |
|