De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd48Almeloo 27 Sept. '16
Beste Aart Dank je zeer voor je briefje, dat mij gisteren werd toegezonden: ik ben n.l. alweer sinds anderhalve week thuis. Ik ben in 't Gooi wel een beetje aan de rol geweest, maar heusch nog niet erg, juist een goede afwisseling na de Almeloosche monotonie. Ik houd mij nu bezig met het lezen van de Fransche jongeren. Je weet niet, Aart, wat een verrukkelijke kerels dat zijn. Iederen dag groeit mijn bewondering voor Frankrijk, en mijn verachting voor Duitschland. Vergelijk toch eens die twee landen vóór 1914. Frankrijk, een vernederde en gedemoraliseerde staat, in dat opzicht het toonbeeld van rotheid in Europa. - Duitschland een energiek en bloeiend land als geen ander in Europa. En in dat Frankrijk ontstaat de grootste van alle moderne literaturen (dat durf ik gerust zeggen, nu ik er van heb kennis genomen) - en in dat Duitschland ... niets, niets, niets, behalve George (en Gundolf).Ga naar voetnoot198 Een ongetwijfeld allergrootst dichter, maar geïsoleerd temidden van zijn ploertenvolk. En kom mij nu niet aan met allerlei Duitsche argumenten: dat die geestelijke bloei v. Duitschland nog komen zou, na de materieelen. Dat is echt die Duitsche vaagheid, waarmee jullie uilskuikens (passez-moi le mot) je hebt laten vangen. Je hebt te oordeelen over wat is, niet over wat er misschien kome, daar weet niemand iets van. Er is een meesterwerkje verschenen van den grooten criticus Pierre Lasserre: Le Germanisme et l'esprit humain.Ga naar voetnoot199 Dit wil ik nu, dat je leest, 't is een boekje van 60 pagina's, dus te veel moeite is het niet. Daarin wordt, met een billijkheid waartoe alleen een groot Franschman in staat is, met Duitschland afgerekend d.w.z. precies uitgemaakt wat er waardevol, wat niet is. 't Is haast niet te begrijpen, hoe in oorlogstijd een zoo onpartijdig meesterwerk kan ontstaan. (als het niet op de K.B. is zal ik het je wel sturen. Schrijf mij dat dan even.) - Ook op de oorlogsterreinen gaat het weer zeer naar wensch. Ik | |
[pagina 107]
| |
ben zeer in mijn sas. Misschien ga ik de volgende maand naar Utrecht, voor mijn Stellingen. Dan kom ik je eens een dagje opzoeken. Gelukkig, dat je zoo veel werkt, ik ben er erg benieuwd naar. Ik zal aan Mees schrijven, of hij een Hollandsch ex. wil hebben.Ga naar voetnoot200 Nu adieu, hart. gr. voor Toos, Joh en jezelf, van
je vriend Jacques |
|