Parijsche verzen(1923)–Dop Bles– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Een verdoolde. Nu is zij dood - - ze was van mij, ze leefde jaren aan mijn zij en kende nauwelijks mijn taal; haar leven was een vreemd verhaal. Zij kwam een avond met een lach en bleef ook na den eersten dag; zij is mij met een lach verschenen, na vele tranen ging zij henen; ik gaf haar meer dan kleed en brood... Nu is zij dood! Nu is zij dood - - haar kleine hart kan niet meer zeggen wat het mart, en beide oogen zijn gedoofd; 'k heb in hun gloed heel lang geloofd; haar lippen zijn van klank ontdaan, nu zij voor goed is heen gegaan. Zoo sluipend stil is zij verdwenen; zij ging voor altijd van mij henen het leven in, dat flonk'ring bood... Nu is zij dood! Vorige Volgende