Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 203] [p. 203] Op haar Mond. Klink-dicht. IS dat mijn CELESTYN met sulk een Roose mond? Een Roosemond? ô neen, de Roosen flux besterven, Wanneer de Wind-God huilt; maar deese prijkt in verven, Wanneer mijn aasem treed in lodderlijk verbond Met haare Lipjes, daar een Roose-gaard op grond. Is dan haar mond Robijn? Robijn die eer moet derven, Dat is te vaal, te bleek, en kan die kracht niet erven. Is dan haar mond Koraal? Koraal so niet en wond, Dat is een kille steen met onverweekbre Hartte, Die noyt door bange vlam veroorsaakt lange smartte, Die noyt met heldre glimp schiet flonkkerende straal; Uw mond een fris gemoed in weeder-min doet brallen, Waar op mijn oog-licht start. U is te beurt gevallen Yets beeters, dan Robijn, of Roosen, of Koraal. Vorige Volgende