Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] Op haar Vlechten. Wys; O Godheyd sluyt uw Heemel open. Of; 2de. Muskettier. 1. WAar vlucht mijn Hart so schichtig heene? Spoeyt gy na Celestyn? Het is daar Vol gevaar; Gy sult haar Gevangen sijn. Hartje gy kent haar laagen niet, So gy meent Celestyn By te sijn, 't Is maar schijn, O gy werpt u self onweetend in verdriet. 2. Maar wilt gy enkel by haar weesen; So geel voorsichtig acht Op haar pronk En gelonk, Eer een vonk U heel verkracht. Spiegel u vry dan hier, dan daar, Kus maar vry haare mond, 't Is gesond, Voor uw wond, Maar genaak de strik niet van haar kronkk'lend Haar. [pagina 161] [p. 161] 3. Gy moogt haar boesem vry bespieden, Twee Bergen van Parnas, Welkers vloed Roert het bloed En 't gemoed Maakt week als Was. Maar so gy eens valt in haar tuyt, En blijft gy van my af, In dat graf, U tot straf Van uw dwaasheid raakt gy nimmer daar weer uyt. Vorige Volgende