Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina **8r] [p. **8r] Aan den Heer en Meester Joan Blasius, Advt. Op sijn selfs Fidamants Kusjes, Minne-Wijsen en By-Rijmen. IK sing u lof en Minne-trant, Die gy, ô! braave Fidamant, Ons ciert met soo veel Nectar Kusjes, Door soete rampen, Minne-lusjes, Die gy aan Celestyne schonk, Doen alsse u door Starren-lonk In 't minnend Hart vol brand, door griefde. Wat Minnaar streelde soo de Liefde, Als gy hier doet door Kuss' en Sang? De Son-God, die al over lang Voor Phoebus zong in Muzen rije, Die salmen 't niew Parnas ontwije, Nu d' Amstel bralt op hooger toon. Wijl Fidamant voor al de Goôn Sijn Minneryen komt ontvouwen, Verdienden hy Diaan te trouwen, Hy roemt hy schoonder Ega heeft, In welkkers dienst hy staadig leeft, En komt sijn siltig nat te blussen, Als hy haar rood Koraal mag kussen. De Roosen-gaart vol Amber-geur, Suygt Hoonig-raat aan Kupids deur, [pagina **8v] [p. **8v] En hecht aan kleevend serpe-lipjes, Omhelst dan so Vrow Paphos tipjes, En blust uw heete Minne-gloet. Ghy schaft ons hier door so veel soet, Door u alsoet verliefde pijne, Dat meenich hart verlieft moet quijne, So galmt uw klagt, getraan en sugt, Op berg en zee door bos en lugt, Dat Junoos kroost het best van allen, U daar voor is te beurt gevallen. B. Boekholt. Vorige Volgende