Verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen
(1684)–Steven Blankaart– AuteursrechtvrijI.ANNO 1679. Was'er tot Groeningen in de Harderinge straat, een jongentjen van negen jaaren oud, genaamt Gysbert N. zijnde van een slymig samenstel, hebbende al een ruime tyd gezukkelt, zoo met Koorsen als anders; Wierde eindelyk zeer gequelt met vervaarlyke pijnen van een Steen in de blaas, zoodanig dat hy bykans altyd en geduirig, met het druipende Water ook bloed loosde, welke Pyn de Joodze Rabbinen niet onaardig de Hel op Aarden hebben genoemt. | |
II.Dit zoo zijnde, wierd Meester C. Iben daar by gehaalt, om het van de Steen te snyden, 'twelk hy ook in't Werk stelde: Na datze nu het lichaam, gelyk de gemeene gewoonte is, hadden bereid, in tegenwoordigheid van den Heer Eisonius Prof. Med. Doctor Smids, Doctor Toelast, nevens verscheide Chirurgyns, &c. | |
[pagina 293]
| |
III.Dit nu geschiede door den Apparatus Major oft Sectione Mariana alzoo genoemt, van eenen Marianus Sanctus Barolitanus, die de zelve eerst heeft beschreven, na dat hy zulx van zijn Leer-meester Johannes de Romanin Genees-meester tot Romen, dikwyls gelukkig had zien in't Werk stellen. Deze Operatie dan is eerst van hem uitgevonden, want den zelven Autheur zegt: Satis compertum habeo, doctrinam esse sine experientia mendacium, experientia sine doctrina fallaciam: Indeque Fieri mendaces, qui sine experientia doctrinam profitentur, & Fallaces, qui sine Doctrina experiuntur. Dat is: 't Is my genoeg bekend, dat de Geleerdheid sonder ervaringe een leugen is, en de ervaringe zonder geleerdheid een bedrog: Daarom gaan 't voor leugenaars die zonder ervaringe zeggen geleert te zijn, en 't zijn bedriegers, die zonder Geleertheid alles ondernemen. Derhalven dan moet de Kennisse met de Ervarentheid te zamen gaan. | |
IV.Hy ondernam dan dit Werk, en volvoerde het met goede uitkomst, want de Patient is tot vol- | |
[pagina 294]
| |
komen Gesondheid weder herstelt, en leeft tegenwoordig fris en gesond. De Steen was bruin van koleur, rontom zeer takachtig, waar van in de sestiende Figuur te zien is. |
|