Verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen
(1684)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij
[pagina 285]
| |
I.Dit zuur, heb ik meermaals gezegt, wanneer het in de maag, en darmen komt, kan geen andere Gyl maken, als die goor is. En, dewyl nu uit de Gyl de melk gemaakt werd, zoo werd uit geen vergoorde Gyl eenige zoete melk gemaakt. Soo nu deze melk in de maagjes van de Kindertjes gezogen werd, verzuurt die melk noch al meer en meer, zodanig, dat de Kinderen zomwyls geheele klonten geronne Kaas uitlozen. | |
II.Dit zuur nu in de maag zijnde, en woelig, want het werd door de subtyle materie gins en weder gedreven, zoo dat de veselen oft zenuwdraden der tengere maagjes, daar door beledigt werden, waar door een Trekkinge ontstaat, diewe Braken noemen. En dat dit zuur in me- | |
[pagina 286]
| |
nigte daar is, blykt genoegzaam uit de pynen in de darmen, en de groene zuur ruikenden afgang. | |
III.So ras zich dan de Moeder van dat zuur onthiel, wierd haar gyl en bygevolg haar melk veel beter, zoo dat ook het Kind zoo veel zuur niet in zijn lichaam kreeg als te voren, 't welk de reden was, dat het braken ophiel, want de oorzaak beter zijnde, moet ook het Effect stille staan Sublata causa, Tollitur Effectus. | |
IV.Het beste Middel nu dat ik hier in't Werk konde stellen, was alleen de Moeder van het zuur af te houden, veel soete melk te laten eten, met Saffraan, item Gort, Ryst, vers Vleis, Geers, en zoo voort, het welke een goede Melk maakt. | |
V.Het Kindjen mach men een weinig Kreefts-oogen dagelyks met wat Saffraan in de Pap doen, of wel eenige droppelen geest van Munt. |
|