Verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen
(1684)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij
[pagina 254]
| |
warmte, waar door een geduirige jeukte ontstaat, deze puisjes nu door haar jeukte gevreven en gekrabt werdende, raken blood zonder opperhuid, welkers uitzypelende vocht droogende een korst vertoont. | |
II.De Oorsaak schijnt te zijn een Verstoppinge in sommige kliertjes des huids, welke hier en daar komende te swellen en t'ontsteken, de huid als met geerstige puisjes doet uitslaan. Deze Verstoppinge hangt wederom af van een zuure slym, die van de Krawagie maar in Graden verscheelt, want de verdikkinge van de vochten is hier, gelijk in de vorige, na de verscheide pypen geproportioneert. Wanneer nu deze slym, door de aanpers der andere vochten werd voortgedreven, moeten die vochten daar blyven staan, en doen dat kliertjen wat uitpuilen, het welke dan de groote van een Geerste koorn vertoont. | |
III.En wijl die verstoppende vocht niet altyd stil is, maar door de subtyle materie geduirig noch bewogen werd, geeft het een jeukte, gelyk we in het voorste Hooft-stuk hebben doen zien: En wijl men deze jeukte niet wel verdragen kan, zo krabt men daar over, door welke beweginge de opperhuid ontblood werd, en de opene vaatjes storten dan geduirig een vocht uit als een | |
[pagina 255]
| |
Dauw, en daarom Dauw-worm genoemt; door dit uitzyperende vocht, dewyl het scherp is, werden ook de naast gelegene deelen des huids daar mede aangedaan, waar door het als een Worm voort eet en voort loopt, zoo dat allenxkens het eene peukeltjes tot het andere genaakt en in een loopt, waar door de huid zeer leelyk mismaakt werd, voornamelijk als deze uitzyperende vochtigheid, door de warmte, zijn water-slangetjes laat vervliegen, en de overgeblevene deeltjes te zamen een korst uit maken. | |
IV.So het nu gebeurt dat deze Vogten niet scherper werden, blijft deze Quaal in eenen doen; Maar zooze scherper werd, eetze niet alleen voort, maar de onder gelegene deelen, werden zelfs daar mede zoodanig beledigt, dat'er diepe gaten in gegeten werden, welke Hair-worm genoemt werd. | |
V.De Oorsaak van dit zuur en deze slym, uit welke, zeg ik, deze peukels ontstaan, hebben de Kinders of uit haar moeders, of van haar zelven. Want de Moeders te zeer op Salade, die louter beëdikt is, om suure Limoenen en diergelijke zuure in haar swanger gaan, of als ze zuigen te zeer verzot zijnde, moeten de Kinderen binnen en buiten haare lichamen, met diergelyke | |
[pagina 256]
| |
slymige zuuricheden opgevult werden, en dat maakt dan al dit spul in jonge Kinderen. En dan meinen de Moeders noch datze zo wel doen, datze zich in haar swanger gaan doen laten, om quansuis deze ziekte t'ontgaan, maar die verstand heeft zal het beter zien. | |
VI.De Kinders zijn daar zelfs schuldig aan. Wanneerze wat ouder werden, en zich veel op ooft en alle zuure fenijnen vergapen, zo kan in haar geboren werden, zoodanigen Ziekte, die de Huids-kliertjes en Water-vaatjes komt te verstoppen. | |
VII.De Genesinge wijtloopig in mijn Chirurgie verhandelt hebbende, zoo is't dat ik hier niets zal van zeggen, als den Lezer daar na toezenden, alwaar hy zich zelven genoeg verzadigen zal konnen. |
|