De generatio Ranarum kan men hier licht naa speuren, twelk aldus is, naadat de vorschen met malkander gespeelt hebben, door opsittinge, soo geeven de wijfies een saad uijt als lil van vleesch, in welken eenige bolleties bullae zijn soo groot [afbeelding], doch heeden zijn die al eijerties geheel swart en [afbeelding] soo groot met een witte streep aldus [afbeelding], welk ik een heb doorsneeden, en was vol swart slijm de schaal is maar een vliesie dat wat taaij is, hoe het nu verder daar mee voort gaat, sal ik naa speuren, en als se uyt koomen soo hebben de kikkertie een staartie, aldus [afbeelding] in welkers staarts huijd de twee achterste pooties in gewonden zijn, gelyk men der soodaanig een t vel af getrokken heeft van de staart, daar de voeties in waaren beslooten. ondertusschen soo met de staart swemmende soo gaat de staart af, en worden volkoome kikvorschen. het vorschen schaar is oover 14 daagen oud daar in de voornoemde swarte eijerties in zijn.
Drie of vierderleij Spinnen zijn hier, de swarte huijs spin, de dikke huijsspin, de groote tuijnspin met dit waapen [afbeelding], de swarte aardspin, de bonte aard spin met sulke streepen [afbeelding]
de sprinkhaanen zijn groen sommige soo lang als deese streep [afbeelding] en de kleijnste soo lang [afbeelding] vinder ook groene haagedissen doch selden soo lang als deese [afbeelding] streep. en kleijndere.
de slekken zijnder gelijk in holland als swart met geele streepen in huijsies, ook groene, en ander koleuren [afbeelding]
in t waater zijn dees huysies slekken
hier naa meer van de generatio.
daar zijn noch veel andere die ik geen naam kan geeven.