Verscheide aanteikeninge.
I. van de Beer-rups in't eerste deel beschreven.
Den sesden van Herfst-maand mdclxxxviii. vond ik in myn tuin op de Rosemaryn, Moeder-kruid en andere kruiden eenige kleine rupsjes sitten, welke ik om hare kleinigheid niet konde bekennen; ik deedse in een glas, gevende haar Rosemaryn en andere kruiden, sy aten nog eenige tyd, maar wierden niet veel grooter; eindelyk sy aten niets. Den iv van Wyn-maand, dekten ikse toe, en sette haar weg, geen gedagten hebbende, dat daar yts van soude voort-komen; tot dat