sijn strontjes in de weeg waren, vatten hy strontjen voor strontjen in sijn smoel, en smeet die elke reis wat verder van hem, op dat hy elke reis plaats mogt hebben, om voort te kruipen. Het is een tweede Botter-kapel of kleine witjen, men vindse ook op de Kool, Radijsen, en meer andere kruiden.
III. Den agsten dier maand bleef hy stil leggen, werdende allenxkens korter, sijnde de staat om te veranderen, den negenden was hy 's ogtens vroeg veel verandert, maar evenwel konmen sien dat het niet lang met hem duuren souw, tegens negen uiren des ogtens was het een aardig Popjen, In 't eerst groenagtig, welke koleur allenkxkens verging, en bleiker wierd. Het had sig vast gemaakt aan de staart: maar om het middenste van het lijf was een band gemaakt even of het een beugel was aan beide sijden van het Popjen seer vast gekleeft, op dat het Popjen niet soude komen te vallen, en