dagen lang sonder eten te geven tot den negenden van Hoymaand gehouden, welke doe ter tijd alle in kleine bruine popjes veranderden; besloten in het Spinsel H, dat aan een stroohalm vast is, waar uit in 't volgende jaar 1684. den tienden van bloeymaand en de volgende dagen kleine kapelletjes quamen, welkers vleugels schoon rood gevlekt waren, maar de bovenvleugels hadden voor het groot gedeelte een donker bruine koleur, eenigsins na den groenen hellende.
III. Wanneer dese Rupsen sig tot veranderinge begeven, begeven sy sig aan stroohalmen, oft eenige andere rysjes, diese dan komen te vinden, waar aan sy een tonnetjen van schoone geele Syde spinnen, even als de Syde-wormen, en veranderen binnen dit huisjen in een popjen, uit welke, als gesegt is, schoone vlindertjes voort komen. Goedaart, geeft de Rups de naam van Sand-rups, welke ikse ook heb laten behouden, om dat hy op