| |
| |
| |
Een Nette Verhandeling Van de Leger-Ziekten, Als mede van de Scheeps-Ziekten.
I. Hoofd-Stuk. Van de Generaale oorzaken, der Leger- en Scheeps-Ziekten.
HEt verwonderd my ten hoogsten, dat men de Ziekten, van zoo grooten belang, die in de Legers en lange Scheeps-vaarten in zwang gaan, van Geleerde luiden niet meer geschreven heeft: het zy om die voor te komen, het zy om die te genezen.
De Wortel van alle deze Ziekten, is gemeenlijk de Scheurbuik; hier uit spruiten Scheurbuik (alzoo eigentlijk genaamd) Lammigheden, Heete-Koorsen, Pest-Koorsen, Pest, Witte- en Roode Buik-loop, Buik-
| |
| |
pijnen, Jigt en duizend andere ongemakken meer.
d’Uiterlijke oorzaken zijn een quaade Lugt; Koude en Hitte; slegte Wateren; het inademen van stank der doode en onbegrave menschen en Paarden; stinkende Morassen; quaade uitwaasemingen des Aard-rijks: na groote hitte veel koude, veel Regen, weinig verschooninge van Linnen, en Wolle, weinig oeffening des lighaams: slegte spijs, te zouten kost: bedorven Eeten en Drinken: weinig Slaapen, Honger, Dorst, te veel versche Vrugten eeten, wanneer men aan d’ Eylanden om verversing komt. En aldus zoude men een lange reeks van oorzaken konnen aanhalen, die bequaam zijn, zoo in de Legers, als op de lange Reizen te Scheep, Ziekten voort te brengen.
Een quaade Lugt werd in de Legers voort gebragt door de quaade uitwaasemingen van doode menschen en beesten; die of geheelelijk op het Veld onbegraven blijven leggen, of in de Loop-graven maar half onder gedompeld werden, Welker verrotte lighamen, geduurig stinkende deeltjes uitwasemen, waar door de gantsche logt bezwalkt werd, welke stinkende, en te gelijk werksame deeltjes ingeademt zijnde, voor eerst het bloed, dat door de Longen loopt, bederft, en zoo vervolgens het gant-
| |
| |
sche bloed en alle de geesten. Voorts wanneer men in een Tent, ofte een Schip met sijn meenigte by malkanderen slaapt, en geen verlugting is, en bijgevolg geen af- en toegang is van versche logt, wat kan dit anders veroorzaaken, dan dat het bloed, door het inademen, niet behoorlijk verdund werd, maar altijd dik en loom blijft, waar door meenigten van Scheurbuikige toevallen geboren werden.
Veele, na lang te voet te Marcheren, of anderen arbeid te doen, als Bol-werken en Schansen, &c. op te werpen, bezweet en verhit zijnde, drinken zomtijds schielijk een teug koud Water of slegt Bier, waar door Kolijk, Pleuris, Lammigheden en andere toevallen ontstaan.
De Wateren zelfs zijn of door een lange stil-stand, en door de Zomerse hitte bijna uitgedroogd, waar door zy komen te stinken, en gedronken zijnde, ons Bloed en alle de Sappen bederven. Hier by komt, dat zy een bedervinge krijgen, door ingeworpen doode lighamen, en bloed, zoo dat mede alle de Visch komt te sterven, en de Wateren onbruikbaar maken.
De schielijke veranderingen van een Koude en Heete logt, geeft mede groote veranderingen in 't Bloed, 't geen wy zelfs in onze steden gewaar werden: en zulks geeft nog | |
| |
meer ingang by den Soldaat en Matroos, die zomwijls zeer naakt gekleed zijn, dan wel by ons, welke zig aanstond van kleedingen konnen veranderen.
De lighamen, al ist zaake, dat zy nog al wel gekleed zijn, konnen ligtelijk te Lande door-regenen, en in de Zee van 't bulderend Zee-water doordrongen werden; welke luiden dan geen verschooninge hebbende, koud werden; welke koude tot binnen in de lighamen doordringd, waar uit Koors, Pleuris, Buik-pijnen, Jigt en diergelijke ontstaan.
Wanneer de lighamen te weinig oeffeningen hebben, verslijmd het Bloed en alle de Sappen, en daar by werd het scherp, verzuurd, en vergoord. De Slijm nu maakt een Lammigheid in de leden, en traagheid om zig te bewegen, te wandelen, elders op te klimmen en zoo voorts: maar zoo daar veele verzuurde, en prikkelende vogten by zijn, krijgen zy wel een onmatigen honger, zonder dat zy behoorlijk gevoed werden: hier werden nog de Buik-pijnen en Jigt by gevoegd, die nergens anders dan door scherpe en te gelijk stilstaande vogten konnen voortkomen.
De al te zouten Scheeps-kost, en weinig drinken, wat kan die niet al uitwerken, dan een verstramtheid in de Ledematen voort te brengen, ende by gevolg een Scheurbuik
| |
| |
met veelderley nasleep van toevallen.
Behalven dit, wat is ’er verfoeilijker dan het stinkende Vlees of Visch te eten; hier door, ende 't kan niet missen, moet het Bloed ende alle onse sappen bedorven werden, zoodanig dat ’er hier door heele Legers en Scheepen na Oost- ende West-indien gedestineert, te meerendeel in lijken, als van een Pest-ziekte konnen komen te veranderen.
Het waken by nagt ende dag, gelijk in de Legers in 't geduurig Marcheren geschied, ende op de Schepen by onweer, en lekkagie, wanneer men met alle man het Schip met Pompen moet boven houden, maakt een trage aanwasch van geesten, alsoo daar meer verspilt werden dan daar komen aan te wasschen: hier door werden de lighamen loom ende traag, ende bygevolg Scheurbuikig, dommelig van verstand, ende werden van de slaap soodanig ontwend, dat zy tot geen slaap meer konnen komen. Ik heb een oud Man gekend, zijnde een klugtige eigen zinnige Philosooph, welke zig een maand lang van slapen onthiel: de nagt nu hem te eenig zijnde, vond geen geselschap, dat hem verdroot; hy zig wederom willende tot slapen begeven, kon niet, dan na lange tijd, dat hy zig allenxkens tot slapen gewende.
Den honger ende dorst, menigmaals verworpelijke spijs ende drank gebruiken: gelijk | |
| |
men daar alles eet 't geen dat rauw, stinkend, rot, vermuft ende verwormt is: in plaats van bier of water, gebruikt men stinkend en gegrave water, dat op sommige plaatsen zeer slegt is, en op andere wederom zeer goed. Te scheep, wanneer men geen ververzinge kan krijgen, werd het water niet alleen stinkend, maar het werd, door gebrek nog soo schaars omgedeeld, dat het te weinig is, om een lighaam, dat veel zoute, drooge, ende schrale kost gebruikt, te onderhouden; hier door komt een gansche stout van scheurbuikige toevallen t’ ontstaan.
Wanneer men in Landen komt, daar d’ orangien veel in 't wild wasschen, of de Druiven en Pruimen in overvloed groeijen, konnen de hongerige Soldaten ende Matroosen zig naulijks bedwingen van die overmatig te eeten: hier door ontstaat de Buik-loop met heete koorsen, het bort, zijnde een groote benauwtheid des ganschen lighaams met een geduirige Buik-loop ende braken, &c.
Dit zy genoeg gezegt in 't generaal, wy zullen nu, in 't vervolg, de zaken van stuk tot stuk wat nader beschouwen.
|
|