De kleene wast veel lager, en dese wast verscheiden van groote, na de grond, daar die op wast, somtyds een voet hoog, en somtyds nauwlyks een halve spanne hoog. Dese struik wast niet al te regt op, maar eenigsins bogtig, en als met leden, sonder eenige hairagtigheid; heeft geen reuk, ten zy gevreven: anders is sy de voorige gelyk.
Dese wassen langs de wegen, dyken, en in de moes-hoven tusschen het gesaaide in. Sy zyn des Winters groen, en bloeijen vroeg de gansche Somer door; ja behouden hare bloemen somtyds onder de sneeuw, voornamelyk de kleine.
Dese kruiden zyn seer onaangenaam van smaak, maar doordringend, soo dat de smaak lang in de mond blyft: soo dat men in dit gewas fyne deeltjes heeft: het mag daarom in pappen gebruikt werden, om op geswellen te leggen, om te doen verdwynen ofte te doen rypen. Het doet de spenen verdryven daar des nagts opgelegt. Het kooksel gedronken, doet wel wateren. Sommige mengen de blaadjes onder hare salade, om te eeten.