CCCLXXV. Hoofd-stuk. Phalaris, Canaria, Kanarie-zaad.
DRy ofte vier Halmen komen uit een veselagtige wortel voort, ontrent de twee voeten hoog, zynde rond, geknoopt en hol. De bladen zyn kleinder dan van Rogge ofte Tarw. Op yder top komt een korte dikke aare, loopende wat spits na boven toe, bestaande uit veele witte schubbetjes, uit welke kleine witte bloemtjes voortkomen met korte draadjes afhangende, daar na volgt een langagtig bol zaad, geelagtig en blinkende, zynde yder in zyn eigen bolstertjen nog besloten.
Het wast in de zaey-landen, alhier van vreemd zaad eerst voortgekomen. Het werd in Lente gesaeid, en in 't laatste van de somer geeft het zyn zaad.
Dit zaad schynt tegens het graveel gebruikt te werden, en voorts uiterlyk daar men de Geers toe gebruikt. Sommige bakken daar brood af, maar hier te lande geeft men het meest de Kanarie-Vogels en andere Vogels te eten.