CCCXXXIV. Hoofd-stuk. Narcissus Juncifolius, Bulbus Vomitorius, Jonquillen, geele Narcissen met biesagtige bladen, Braak-wortel.
DEse hebben lange, smalle, dikke, en somtyds byna ronde, effene, kaale, taeije, buigsame bladen, de biesen byna gelyk. Tusschen vier ofte vyf deser bladen komen een ofte twee steelen, hebbende op haar top dry, vier ofte vyf bloemen, wel-riekende, van maaksel als de vorige Narcissen, maar kleinder en geheel geel. De wortel is als de vorige.
De tweede is alleen lager, en kleinder van bloem; hebbende ook minder bloemen, ook zyn de bladen, als de vorige soo kantig niet.
Dese wasschen beide in de bloem-hoven, en bloeijen in de Lente.
De wortel is van deelen en kragten als de vorige Narcissen.