CCLXXXVII. Hoofd-stuk. Lunaria, Viola Latifolia, Bulbonac, Penning-bloemen, Paars-bloemen, Maan-kruid.
ONder de Violieren behoort de Lunaria. D'eerste heeft groene, breede, ruige en aan de kanten gekertelde bladen, wat lankwerpig spits-toeloopende, en redelyk groot. De struiken zyn rond, en taks-gewyse uitgebreid van twee voeten min of meer hoog. Op de toppen komen verscheide vier-bladige blauw-paarse bloemtjes. Hier na volgen groote, lang-ronde, seer platte zaad-huisjes, hebbende aan het eind een uit-stekend puntjen; is eerst groen, maar daar na wit; het is gemaakt uit dry dunne vliesjes, makende het middenste een schot tusschen de saden, die plat, breed en geelagtig-bruin zyn. De wortelen zyn dun en voos; wit, dik en als lange knobbelen, sig gins en herwaarts verspreidende.
De tweede is de vorige wel gelyk, maar heeft houtagtige struiken, ontrent twee voeten somwyls hoog, met veele breede bladeren, met platte en breede zaad-huisjes: maar is van bladen en zaad wat kleinder als het vorige. De bloemtjes zyn vier-bla-