CCLXXXV. Hoofd-stuk. Lolium, Zizania, Dolik.
DIt is een mis-wasch onder het koorn, heeft halmen als de tarw maar ruiger: d'aare is lang, als van veele verscheiden geschiktelyk d'eene boven d'ander gevoegde aarkens te samen vergadert: yder aartjen begrypt twee of dry kleine zaden ofte greinen, in geen ofte weinig schubbetjes besloten: die daar ligtelyk uit vallen en haastelyk met verscheide halmen op groeijen. De wortel is veselig.
Men vind het veel in schrale en magere Koorn-landen, wanneer het koorn, gelyk als een andere gedaante aanneemt: het welke men in de Somer vind.
Men kan het uiterlyk gebruiken als Rogge-meel, maar onder bier gebrouwen, maakt het koppig, en onder brood gemengt, ontstelt de maag en het hoofd.