CCXLII. Hoofd-stuk. Hypericoides, Ruta Sylvestris Hypericoides, en Hypericum Supinum: ofte Wilde-Ruite met gedaante van Sint Jans-kruid, en leggende Sint Jans-kruid.
DEse Wilde-Ruite verscheelt wegens de struik, maaksel van bladen, bloemen en zaad van het groote Sint Jans-kruid seer weinig; alleen dat de blaadjes seer donker-groen zyn, en als met een sagte, dunne donsigheid overtrokken, en het zaad schynt met kleine swarte stipjes geteikent te zyn.
De liggende is de groote Hypericum seer gelyk, maar verspreit sig op d'aarde neer: de blaadjes zyn grysagtig, en met een donsigheid bekleed: de struikjes zyn ruig en hairagtig.
D'eerste vind men op schaduwagtige en boschagtige plaatsen: ende leggende op waterige en veenagtige plaatsen. D'eerste bloeid in de Somer, maar het tweede in de Lente.
De kragten en gebruik zyn als die van het groote Sint Jans-kruid.