Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
(1698)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij
[pagina 293]
| |
de, langwerpige, en spits-toeloopende blaadjes. Op de toppen komen veele bloemtjes, yder op zyn bysonder steeltjen, bestaande uit veele kleine witte blaadjes, die van onderen door groene wederom ondersteunt werden, van groote als die van de groote Alsine, waar na de ronde zaad-huisjes volgen, vol klein zaad. Het bloeid in Mei-maand en Wiede-maand, wassende aan de dyken, Stads-wallen, Zaai-landen, enz. De kragten zyn niet te wel bekend, alhoewel het scherp van smaak is. |
|