een vezelagtige en voortkruipende wortel, waar uit wederom nieuwe loten te voorschyn komen.
De kleine verscheelt van de vorige alleen hier in, dat de blaadjes van onderen grys zyn, en harder van steelen.
Beide soorten wasschen alhier in de Tuinen: bloeijende beide in Hooy-maand en Oogst-maand. Dese hoe sy beter aarde hebben, hoe sy grooter werden.
Men gebruikt dit gewas tegens de verstoppingen van de Lever en de Milt: is vrij bitter. Des avonds het kooksel heet gedronken doet sweeten, en verdryft de koorsen; is dienstig in Scheurbuik, Watersugt, Wormen, geronne bloed, opgestopte stonden, Jigt, Flerecyn enz.