maar dese is alleen van stam en takken rood; de bladen bruin groen, en wat na het rood hellende, als mede het zaad. Dog de koleur van de kleine Maijer, is ganschelyk bloed-rood, gevende een purper koleurig sap.
Een andere soort is 'er welkers bladen niet alleen groen zyn, maar daar en boven nog met geele en schoon-roode vlekken verciert, en werd in de Hoven om zyn cierlykheid geoefent, daarom noemt men die ook Papegays-kruid.
De andere twee soorten, hebben wy onder de naam van Amaranthus begrepen.
Sy wasschen op onbebouwde plaatsen; in Tuinen en onder de Moes-kruiden. Sy bloeijen de meeste Somer door.
Sy konnen by de Moes-kruiden gebruikt werden, in de plaats van Beet, alsoo sy den buik week maken: maar veel gebruikt, segt men, dat sy braken verwekt. Met het sap van de roode soorten kan men schryven.