ne bast, die voor open is, besloten, hebbende voor aan veele snippelingen. De Noote-schulp selfs is, ryp zynde, bleik wit, maar werd daar na bruin. Hoe dese Noot gemaakt is, kan men sien in myn Boek van de Fermentatie. De grootste deser Nooten, die ik oit gesien heb, zyn my uit Vrankryk van Sint Malo toegesonden; sy waren wit, rond en veele als een kleine Okker-noot. Sy wasschen in Noorwegen, Duitsland, en elders in de Bosschen, maar hier Plant men die aan de Water-kanten, ofte schuttingen van Bogaarts, ofte Tuinen, dienende als een Hage, daarom van sommige Hagelaar genaamt. De Noten plukt men in de Oogst-maand.
Dese Noten kan men lang tot in de Winter versch behouden, wanneer men de groene bolster daar af doet, de Noten in botteljes doet, die toestopt, en met den hals der bottelje nederwaarts in d'aarde graaft: wanneer men die dan in 't voorjaar of in de Winter daar uitgraaft, zyn sy versch: sommige strooijen daar wel wat sout tusschen beiden.
Het poeder van de Kattekens in gegeven, doen stoppen. De Noten selfs zyn gesond, matig gegeten, maar sy konnen het lighaam geweldig verstoppen, soo men die te veel eet. Anders hebben sy een oliagtig en melkagtig sop, dat den graveeligen niet ondienstig is; en om dese verstopping te myden, maken sommige daar een melk uit, gelyk als men uit d'Amandelen maakt. Uit de hand gegeten stoppen sy alderlei Buik-loop, als mede de Zaad-loop, en Vrouwe roode en witte vloeden, d'olie uit d'oude Hasenoten geperst, versagt geweldig, en is doordringelyk in alle ledematen die pynelyk zyn en verlamt. Van dit hout maakt men een stokjen als een Y, welkers beide Hoornen met bei-