zynde van gedaante de huisjes van bilsem-saad byna gelyk, dog soo groot niet, waar na eenige kleine, rouwe en kantige saadjes komen te rypen. De Worteltjes zyn dun en met veele veselen begroeit, loopende krom en slim, en spreiden sig wyd uit.
Dese kend men om dat het Kroontjen der Bloemen in dryen getand is; die het Kelkjen der Bloemen uitmaken, waar onder het zaad is, mede in dry vertrekken gedeelt, en ryp zynde, gaapt het in dry buiken open: de bladen zyn dik, de koleur is als een klim-blad en vast.
Men plant het in de Hoven op de schaduwagtigste plaatsen, blyvende Winter en Somer groen, dog krygt niet te min in de Lente nieuwe bladen. Komt wel voort uit zyn saad, maar werd best door de zyd-plantjes voortgeset, die men alle jaren kan afscheuren.
Wanneer men tien ofte twaalf deser bladen stoot en het sap daar uitperst, doet alle slym en vuiligheid der mage uitbraken. De bladeren op vuurige oogen, tepels, en voort-etende seeren gelegt, genesen de selvige. De wortels werden gemeenlyk droog gebruikt, en zyn wat scherper dan de bladen; doen ook wel braken, versch gebruikt, daarom droogt men die in 't gemeen: men meint dat sy de pis bevorderen, de Water-sugt af dryven, en de heup-gigtige voordelyk zyn.