een korst rontom het deel met een lymagtigheid, welke daar op droogende, belet dat het bloed niet verder kan komen. Dese beide soorten zijn uiterlyke, want de innerlijke werken op een andere wyse.
Die nu met een suirigheid vervult zijn, en alzoo het bloed verdikken of de uiterste veselen als door-knagen en verstoppen, zijn de volgende:
Cort. Granator. |
Plantago, |
Balaustia, |
Sorba, |
Thus Obsoniorum, |
Gallae Immaturae, |
Acacia, |
Hypocystis, |
Vitriolum, |
Alumen, |
Colcothar Vitrioli, |
Fungus Orbicularis &c. |
Hier sou men noghet koud water by konnen rekenen, om dat des zelfs koude mede het bloed verstyft.
De andere die uit lymagtige deeltjes bestaan zijn de volgende:
Consolida Major, |
Aloe, |
Mastix, |
Thus, |
Myrrha, |
Gluten, |
Mumia, |
Tela Aranearum, |
Albumen Ovi, |
Bolus, |