siekte de minste besinninge niet en heeft van 't gene hem geschied oft buiten hem is, ten sy in seer ligte, alwaar noch soo veel deser sappen in de hersenen blijven dat'er noch eenige loop na de sintuigen is, en by gevolg iets konnen gewaar werden.
Dat'er nu een menigte deses vochts in de senuwen is, blijkt uit de groote bewegingen die'er geschieden, als, het schuim om de mond, huilen, roepen, losen van saad, drek, en pis, &c. dat onmogelijk niet konde geschieden ten sy hier een tegenwillige beweginge was, waar door dese deelen tot roepen, uitdyging &c. aangeport wierden, want indien dese sappen niet bewogen, sou'er een stil-stant zijn en geen beweginge.
D'oorsaak nu waarom dit senuw-vocht soo schielijk werd neder gestort is dese reden. Wanneer de senuw-vochten of iets anders, 't sy in de hersenen of buiten de selve, de senuwen prikkelen, werden die deelen bewogen, dese beweginge moet nu by gevolg ook de vochten die in dese hersen-pijpjes oft senuwtjes mede bewegen, welke schielijker voortgaande als'er nieuwe geboren werden, doet de hersen-pijpjes verengen, soo dat de nieuwe traag door dese verengde pijpjen konnen succederen, onderwylen peuren d'andere op de vlugt, want als (Fig. 1.) C A en D A een hersen-pijpjen is, en van C A, na D A het hersen vocht vloeid, by C A van N niet meer succedeert, moet CA toevallen, en van buiten door de logt toegeperst werden, om dat de logt, noch een nieuw hersen vogt op nieuws soo ras niet kan succederen, C A N werd onderwylen ledig en eng; dese nyping oft toepersing van C A, is dan oorsaak dat van N na A D al het senuw-vocht in dese senuwen loopt en de deelen als gesegt is doet bewegen. Onderwylen by C A N ledig blijvende, is de Ecelipsis die ik daar dadelyk seide in de hersenen te wesen. Ik mein dan dat ik door het verstand kan sien dat dit de