De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne
(1683)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij
[pagina 157]
| |
De Groene turkse boonen, al is't datse het grootste voedsel niet en schynen te geven, sijn egter heel gesond, voornamelyk als die eerst uitkomen en met boonkruid, peterselie, peper en diergelyke dingen toebereid sijn: dog ingeleide sijn soo goed niet. De uitgedopte boontjes sijn seer goed met boter en peper, of met boter en peterselie gegeten; maar met boter en asijn zijnse seer ongesond. Boon-pap, gemaakt van gekookte boontjes en vleis-sop, is seer goed. Roomse boontjes, eerst uitkomende, Wolle Wantjes genoemt, gesneden en met boon-kruid en peterselie gestooft, zijn buiten gemeen gesond. De uitgedopte zijn beter als hare roode ofte witte schillen afgepelt zijn. De Paarde-boonen zijn mede van den selfden aart als de Roomse boonen. Groene Erwten oft Peulen eerst uitkomende zijn seer gesond gestooft gegeeten, maar rauwe, gelyk de kinders doen, maken een stinkende adem. Alle uitgedopte Erwten zijn gesond, en voor al de groenen met boter en peterselie, of in de winter met eenig vleis-sop gekookt. De witte Erwten zijn mede niet quaad, dog soo goed niet als de groene. Grauwe Erwten, by sommigen Oude-wyven geheeten, zijn seer gesond voor sterke lighamen, met braat-vet gegeeten: Eenige eetense met rasijnen, dat niet vreemt is. Merkt aan, dat alle erwten en boonen met geen suire saucen moeten gegeten werden, want sy dan seer schadelijk zijn. |
|