leeftijd, heel wat meer. Het betekent Het Echec.’
Dat ging toch te ver! Tegen zo iemand moest je optreden! Maar hij kon niet, hij kan geen woord uitbrengen en hij ontdekte in jammerlijke verbazing dat het huilen hem nader stond dan het lachen. Het enige dat hij deed was zich van hem afkeren en naar de restauratiezaal lopen, langzaam, met trillende benen...
Van die ochtend af werd zijn leven anders. Het ging hem op ondefinieerbare wijze tegenzitten. Elke dag haastte hij zich méér, en desondanks raakte hij elke dag méér achter. Menigmaal voelde hij zijn hart als een onverteerbaar brok misère in zijn borst. En op een nacht dat hij weer eens niet slapen kon, dat gebeurde steeds vaker, nam hij zich voor om eens een lange vakantie te nemen; dan kon hij eens goed uitrusten en dan zou het wel beter gaan.
Hij sliep in, eindelijk, maar toen droomde hij dit: de onbescheiden man met de vriendelijke bescheiden stem sprak hem toe: Het is niet alleen die groeiende disharmonie tussen tempo en agenda, het is ook een conflict tussen lichaam en geest, en een kentering tussen jeugd en ouderdom, en een overschakeling op de laatste fase.
Hij werd wakker, hij ging rechtop zitten en drukte een hand op z'n onstuimig kloppende hart. Daardoor werd z'n vrouw ook wakker. Ze vroeg: ‘Wat is er? Heb je iets?’ Hij keek haar aan zonder haar te zien. Neen, zei hij, er is niets, ik heb alleen maar vervelend gedroomd.
In plaats van het gezicht van z'n vrouw zag hij nog steeds dat van die man voor zich; het was een effen vaal gezicht, moeilijk te onthouden en te herkennen... Toch ontmoette hij het nog een keer voordat hij met vakantie ging, en dat was overdag, toen hij ergens een hoge trap op klom. Hal-