Het werd een teleurstelling. We daalden enkele trapjes af naar een klein onderaards gewelf en daar stond dan de graftombe, een lege stenen kist zonder deksel. Een peervormig lampje bracht in die naargeestige kelderruimte een minstens even naargeestige belichting. Het was moeilijk om er te vertoeven in de juiste stemming en voor je zelf te zeggen: Dus hier, in dit graf, heeft de liefelijke Julia gerust. En het was moeilijk om hier nog eens haar tragiek met deernis na te voelen: Het begon met een misverstand. Om aan een haar opgedrongen huwelijk te ontkomen, had ze een drank ingenomen, die haar schijndood maakte. Maar als Romeo haar zo aantreft, meent hij dat ze écht dood is en brengt hij zich om 't leven met gif. En als Julia dan ontwaakt en hem dood aan haar zijde vindt, drijft ze zich een dolk in de borst, want zomin als hij zonder haar wenste te leven, zomin wil zij dat zonder hem...
Ik wil het me nóg eens realiseren: Dus hier, in die ruwe stenen graftombe, lag eens, naar men beweert, het lieve ontzielde lichaam van Julia. Ik zag de mensen om me heen in de kist staren met eenzelfde lege en verstrooide blik als waarmee er in een museum kan rondgekeken worden naar dingen die de moeite waard moeten zijn, maar niet aanslaan. Julia's graf sloeg evenmin aan, er was geen relatie te leggen tussen het een en het ander; Julia's liefde, Julia's heroïsche sterven werden er niet werkelijker, niet tastbaarder. En al spoedig stommelde de menigte weer naar boven, het Italiaanse zonlicht tegemoet.
Maar toen bleef ik nog even staan. Ik legde een hand op de ruwe stenen en dacht: Zo blijkt alweer dat de dingen op zich zelf niets zijn, maar soms worden ze wat door de wijze waarop we ze zien. En op dat zelfde moment ontdekte ik