Zes versjes(ca. 1925 )–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] 2. IJdeltuitje. Cor-rie is een ij - del - tuit - je, Cor-rie heeft een snoe-zig snuit-je, Krul-le - tjes in 't bien-de haar; Lek - ker rom - de ap - pel - wan-gen, Och, je zoudt er naar ver - lan - gen Haar te zoe - nen, eer - lijk waar. Cor-rie is een ij - del - tuit - je, Al maar zie je 't klei- ne guit - je Voor ma-maa - tjes spie-gel staan. Hier een lint - je, daar een strik - je, Ie - der, ie - der oo - gen-blik - je Wil ze weer wat an - ders aan. Maar mamaa-tje geeft geen duit - je Om dat mal - le ij - del - tuit - je; Cor - rie krijgt ook nooit haar zin. Schoe-nen met ver - lak - te teen-tjes, O - pen kous - jes aan de been - tjes, Nee heer, daar komt niets van in. Vorige Volgende