Van goeden morgen tot slaap wel(1910)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Op de Wandeling. Mien is een klein nieuwsgierig ding, Ze loopt nog niet op straat Of 't is: ‘toe juf vertel eens gauw Of u de stad in gaat.’ ‘Nee, maak je maar niet ongerust,’ Zegt juf, ‘ik heb gedacht 't Zou aardig zijn, als jullie eerst De zwanen koekjes bracht.’ ‘We loopen langs den dierentuin Zoo door naar het plantsoen; Daar kunnen jullie met je bal Dan spelletjes gaan doen.’ ‘O! dat is leuk,’ en broertje doet Er gauw een stapje bij, Mien huppelt aan den arm van juf En kijkt al even blij. En als ze nog vóór koffietijd Met juf naar huis toe gaan, Dan hebben zij zoo'n morgen toch Al heel wat afgedaan. [pagina 13] [p. 13] Vorige Volgende