Van goeden morgen tot slaap wel(1910)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] [pagina 11] [p. 11] Bij Mama. Daar slaat de groote torenklok, 't Is tijd om uit te gaan, Juf haalt de hoeden uit de kast En trekt haar mantel aan. Maar vóór ze allebei met juf Een wandeling gaan doen, Krijgt maatje van haar tweetal eerst Een dikken morgenzoen. Broer neemt zijn houten hoepel mee En Mien haar kaatsebal, Daar komen ze de kamer in, Mamaatje wacht hen al. Ze vraagt, of juf soms over Mien Te klagen heeft gehad, En of van morgen kleine broer Weer huilde in zijn bad. ‘Nee, het is alles best gegaan,’ Zegt juf nu met een lach, En daarop kust mama heel blij Haar kleintjes goeden dag. Vorige Volgende