Oude getrouwen(1914)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 11. Wat ze op Vastenavond zingen. Vrouw 't is vastenavond, Ik kom niet thuis voor 't avond, Ik kom niet thuis voor morgenvroeg, Dan is het ook nog tijds genoeg. Vastenavond is een gek, Paschen is een eierbek. Vastenavond die kwam an, Ik heb nog eenen man, Ik heb nog een klein hoentje, Dat moet er vanavond an. Als ik mijn hoentje braden wil, Dan wordt mijn panneke vuil. Als ik mijn panneke schuren wil, [pagina 27] [p. 27] Dan tintelt mij de duim. Dan ga ik naar de buren, En laat mijn panneke schuren, Dan ga ik naar de Franschen, En laat mijn panneke dansen. Snij maar diep, snij maar diep, Snij maar door mijn vingers niet. Boven in die horsten, Daar hangen de lange metworsten; Als de lange gegeten zijn, Dan zullen de korten wel beter zijn. Vrouw geef me dat, vrouw geef mij dit, Geef me een stuk van de varkensrib, Van den kop of van de zij, Geef mij een stukske worst er bij. Vorige Volgende