dag honger heeft geleden. Neem, wat je noodig hebt, je kunt er gemakkelijk bij en niemand ziet je.’
Schuw keek Frans om zich heen. 't Was waar, geen mensch vertoonde zich, noch in de kamer, noch op den weg. Hoe gemakkelijk was het nu, brood weg te kapen. Hij behoefde slechts de hand uit te steken en zijn lieve moeder, die het zoo noodig had, kon zich heerlijk te goed doen. O, wat angstig klopte zijn hart en wat beefde zijn handje, toen hij het door 't venster naar binnen stak!
‘Ziezoo, dat is gebeurd!’ riep de muis blij, maar ze had zich in den jongen vergist. Hij trok de leege hand terug; in 't laatste oogenblik had hij de verzoeking nog weerstaan. Hij nam de muis van zijn schouder en zette haar op den grond. ‘Ga,’ sprak hij, ‘ga waarheen je wilt, maar hij mij mag je niet blijven. Je bent een gevaarlijke vriendin, want je raadt me altijd aan, verkeerde dingen te doen.’
‘Nu, voor mijn part, ga dan je eigen weg!’ riep de muis en was in een oogenblik verdwenen. Maar aan het venster verscheen nu een vrouw, met een lief en vriendelijk gezicht; ze wenkte Frans om nader te komen. Hij ging dadelijk naar haar toe en zei bedrukt: ‘Gij zijt zeker de vrouw des huizes. Och, ik had bijna uw brood weggenomen, vergeef het mij.’
‘Ik heb alles gehoord en gezien, mijn kind,’ gaf ze ten antwoord. ‘Kom hier binnen bij me; ik heb je wat te zeggen.’
Frans gehoorzaamde dadelijk, want hij voelde, dat de vrouw het goed met hem meende. ‘Wasch nu eerst je beschreid gezicht eens,’ zei ze vriendelijk, ‘dan zal ik in dien tijd een lekkere boterham voor je klaarmaken.’
Maar ze deed meer, want een oogenblik later zette ze het hongerige ventje een bord krachtige soep voor, benevens brood en vleesch. Dadelijk nam hij den lepel op en hapte toe, maar nauwelijks had hij hem een paar maal naar den mond gebracht, of hij hield als beschaamd op met eten.
‘Wat is er mijn kind? Smaakt het je niet?’ vroeg de vrouw.
‘O, duizendmaal dank!’ antwoordde hij, terwijl hij haar smeekend aanzag. ‘Maar mag ik het meenemen voor mijn zieke moeder?’
‘Je bent een brave jongen en daarom zal ik ook je moeder helpen.