Oude getrouwen(1914)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] 9. Oude Bekenden. Altijd is Kortjakje ziek, Midden in de week Maar Zondags niet; Zondags gaat ze naar de kerk, Met een boek met zilverwerk, Gouden gespen op de schoen, Dat gaat naar de kerk toe. Ik kwam laatst in een poppenkraam, Waar al die mooie poppen staan, Ik zei, wat doen die poppen hier, Die poppen drinken poppenbier, Die poppen drinken poppenwijn, Wat zullen die poppen vroolijk zijn. De bakker op den hoek, Die heeft van nacht geblazen. De vellen van zijn broek, Die hangen voor de glazen Als een boekweiten koek. Vorige Volgende