Die vlugge haasjes(ca. 1920-1930 )–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Aan den Haal! Hanneke, een beetje wijzer, Nam de zaak wat lichter op, En ze gaf dien praatjesmaker Even leelijk op z'n kop. ‘Jan, als jij wilt haasjes vangen,’ Zoo besloot ze kort en goed, ‘Laat je ons maar eerst eens kijken, Hoe je dat het gauwste doet. Morgen kun je wel beginnen, Pak je ze bij 't oortje beet, Zeg, dan blijf je maar aan 't vangen, Haasjes zijn hier bij de vleet. Iedereen zal aan je zeggen: Jan, je bent een reuzenvent, Wie zich flink weet te gedragen Staat ook als een held bekend.’ Net had 't zusje dat verkondigd, Of daar kwam een groote koe; Met een stem van heb-ik-jou-daar, Riep het monster: ‘boe, boe, boe!’ Doodsbenauwd en angstig gillend, Ging het drietal aan den haal, Jan, die flinke hazenvanger, Schrok het meest van allemaal. ‘Strakjes krijgt hij ons te pakken, Loop, loop!’ schreeuwde hij maar al, ‘Kijk die oogen, hij bedenkt zich Wie hij 't eerste bijten zal.’ [pagina 15] [p. 15] Vorige Volgende