Die vlugge haasjes(ca. 1920-1930 )–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Op de maat van de Muziek. Daar opeens kwam in de verte Buurmans groote kater aan; ‘Stouterd, zeg, was jij dat haasje?’ Riep de jager, gansch ontdaan. ‘Mauw, miauw!’ was 't eenig antwoord Dat het drietal van hem kreeg; 't Jagertje deed heel verstandig Dat hij verder toen maar zweeg. Wat voor haasje, welk konijntje Heeft er nu zoo'n langen staart? Nee, voor jager, beste jongen, Ben je nog geen duitje waard. Om 't verdriet maar te vergeten, Kleedden ze zich netjes aan, Want ze hadden afgesproken, Samen er op uit te gaan. Jantje mocht de broodjes dragen, En bespeelde hij de fluit, Dan, dan voerden beide zusjes Onderweg een dansje uit. Zwierig trippelden de kleuters Op de maat van de muziek; En de vogels in de boomen Was het eenige publiek. Rokjes wipten in de hoogte, Hoepla, ging het iederkeer, En de kleine, vlugge voetjes Raakten haast den grond niet meer. [pagina 7] [p. 7] Vorige Volgende